Dat in combinatie met tegenwind, het voortdurend bombardement van sneeuwkristallen op mijn netvlies en de duisternis, maakte de terugtocht zacht gezegd toch wat zwaarder dan voorzien.
In de eerst plaats bleken die wegen waar de sneeuw niet was geruimd maar wel autoverkeer was geweest haast niet te doen: of ik slipte weg, of ik liep vast in de stuifsneeuw. Nu was het toch wel handig dat ik de instelling van de motor stiekem op 'speed' had gezet. Dat wil zeggen dat je ook gewoon kunt gasgeven zonder te trappen. En dat is wel nodig als je je benen moet gebruiken om recht te blijven of jezelf uit de sneeuw te werken.
Buiten de stad werd het pas echt bar. Daarmee vergeleken moet de hel van '63 een wellnesweekendje zijn geweest. Die bijna 20 kilometer lang sneeuw in de ogen, deed me vrezen dat ik na vandaag wel meteen een leesbrilletje kon gaan aanschaffen van een sterkte die gelijk stond met de gevoelstemperatuur van de tocht: -15 of zo. Om de ogen toch nog een beetje te beschermen had ik mijn muts zo ver mogelijk over mijn ogen getrokken en mijn kraag idem. Dat wil zeggen tot er nog een kier van een halve millimeter overbleef. Als een jihadstrijder tegen de sneeuw zeg maar. Je vraagt je wel af wat die strijders dan met hun snot doen. Ik zag al voor me hoe mijn kraag langzaam volliep en uiteindelijk zou overstromen (blup ... bup ... blurp).
Als ik dan nu om de beurt een van mijn ogen dicht deed, om even bij te laten komen en zoveel mogelijk naar beneden keek, dan was het nog net te doen. Zaken als tegemoetkomend verkeer moet je op zulke momenten maar even laten voor wat het is. Gelukkig kon ik aan de sporen onder me nog wel zien hoe ik moest sturen.
Halverwege, ergens net na Zuidwolde, lag een duingebied van een metertje of tweehonderd lang en met een dikte van ongeveeer 30 tot 50 cm schat ik. Daar hield het voor mij en de Drymer toch echt op. Dat was niet te trappen en ook de elektromotor zat er volledig doorheen. Nu had ik wederom de mazzel dat ik de fiets op de 'speed'-instelling had staan, ik blokkeerde het kantelmechanisme en door gas te geven kon ik lopend naast de fiets, zonder te hoeven duwen, me er doorheen worstelen. Ondertussen wel met de verterende onzekerheid of dit voor de overige 15 kilometer ook ging gelden. Dat viel gelukkig mee, bleek na die tweehonderd meter.
nog even de achterdeur uitgraven |
Heerlijk, een beetje kloten in de sneeuw.
(Overigens toch de trein maar laten staan en de Drymer weer gepakt de volgende dag. Het is gewoon veel leuker!)
Resumerend, wat betref de Drymer in winterse-omstandigheden:
- platte sneeuw en gewone gladheid zijn goed te doen, omvallen lukt sowieso niet
- kleine duinen stuifsneeuw ploegt ie makkelijk doorheen
- In verse sneeuwsituaties, (in jargon: de O/O/O-omstandigheid - spreek uit Oh, Oh, Oh!-omstandigheid : Ongeschoven/Ongestrooid/Opgestoven) moet je van een wat sportievere rijstijl houden. Dus wil je alleen maar lekker achterovergeleund en soeverein om je heenkijkend (in jargon: ASOJH) door het landschap zoeven, neem dan de trein in dergelijke omstandigheden.
- de Drymer moet in de O/O/O-omstandigheid op 'speed' staan ingesteld
- langere stukken stuifsneeuw, een laag dikker dan 20 cm? Lukt niet!
- fietsen terwijl het sneeuwt (en stevig waait): kies voor de Drymer met kap of draag een skibril.