dinsdag 22 januari 2013

En toen moest ik nog terug

Ik had er niet echt bij stilgestaan gedurende de dag, dat die almaar neerdalende sneeuw natuurlijk ook ergens terecht kwam, met name ook op de weg die ik nog moest gaan.

Dat in combinatie met tegenwind, het voortdurend bombardement van sneeuwkristallen op mijn netvlies en de duisternis, maakte de terugtocht zacht gezegd toch wat zwaarder dan voorzien.

In de eerst plaats bleken die wegen waar de sneeuw niet was geruimd maar wel autoverkeer was geweest haast niet te doen: of ik slipte weg, of ik liep vast in de stuifsneeuw. Nu was het toch wel handig dat ik de instelling van de motor stiekem op 'speed' had gezet. Dat wil zeggen dat je ook gewoon kunt gasgeven zonder te trappen. En dat is wel nodig als je je benen moet gebruiken om recht te blijven of jezelf uit de sneeuw te werken.

Buiten de stad werd het pas echt bar. Daarmee vergeleken moet de hel van '63 een wellnesweekendje zijn geweest. Die bijna 20 kilometer lang sneeuw in de ogen, deed me vrezen dat ik na vandaag wel meteen een leesbrilletje kon gaan aanschaffen van een sterkte die gelijk stond met de gevoelstemperatuur van de tocht: -15 of zo. Om de ogen toch nog een beetje te beschermen had ik mijn muts zo ver mogelijk over mijn ogen getrokken en mijn kraag idem. Dat wil zeggen tot er nog een kier van een halve millimeter overbleef. Als een jihadstrijder tegen de sneeuw zeg maar. Je vraagt je wel af wat die strijders dan met hun snot doen. Ik zag al voor me hoe mijn kraag langzaam volliep en uiteindelijk zou overstromen (blup ... bup ... blurp).
Als ik dan nu om de beurt een van mijn ogen dicht deed, om even bij te laten komen en zoveel mogelijk naar beneden keek, dan was het nog net te doen. Zaken als tegemoetkomend verkeer moet je op zulke momenten maar even laten voor wat het is. Gelukkig kon ik aan de sporen onder me nog wel zien hoe ik moest sturen.

Halverwege, ergens net na Zuidwolde, lag een duingebied van een metertje of tweehonderd lang en met een dikte van ongeveeer 30 tot 50 cm schat ik. Daar hield het voor mij en de Drymer toch echt op. Dat was niet te trappen en ook de elektromotor zat er volledig doorheen. Nu had ik wederom de mazzel dat ik de fiets op de 'speed'-instelling had staan, ik blokkeerde het kantelmechanisme en door gas te geven kon ik lopend naast de fiets, zonder te hoeven duwen, me er doorheen worstelen.  Ondertussen wel met de verterende onzekerheid of dit voor de overige 15 kilometer ook ging gelden. Dat viel gelukkig mee, bleek na die tweehonderd meter.

nog even de achterdeur uitgraven
Onderweg bedacht ik me dat ik nu wel echt de grens had bereikt en dat ik morgen toch maar lekker met de trein zou gaan. Thuisgekomen wachtte me nog een verrassing, om erin te komen moest ik eerst m'n huis uitgraven. Dat heb ik toen eerst ook nog maar even gedaan.

Heerlijk, een beetje kloten in de sneeuw.

(Overigens toch de trein maar laten staan en de Drymer weer gepakt de volgende dag. Het is gewoon veel leuker!)








Resumerend, wat betref de Drymer in winterse-omstandigheden:
  • platte sneeuw en gewone gladheid zijn goed te doen, omvallen lukt sowieso niet
  • kleine duinen stuifsneeuw ploegt ie makkelijk doorheen
  • In verse sneeuwsituaties, (in jargon: de O/O/O-omstandigheid - spreek uit Oh, Oh, Oh!-omstandigheid : Ongeschoven/Ongestrooid/Opgestoven) moet je van een wat sportievere rijstijl houden. Dus wil je alleen maar lekker achterovergeleund en soeverein om je heenkijkend (in jargon: ASOJH) door het landschap zoeven, neem dan de trein in dergelijke omstandigheden.
  • de Drymer moet in de O/O/O-omstandigheid op 'speed' staan ingesteld
  • langere stukken stuifsneeuw, een laag dikker dan 20 cm? Lukt niet!
  • fietsen terwijl het sneeuwt (en stevig waait): kies voor de Drymer met kap of draag een skibril.






maandag 21 januari 2013

Sneeuwduinen en ander winters ongemak

dit is dus binnen
Had ik het wat simpele broertje van de sneeuwsituaties al gehad, namelijk de platte sneeuw, vandaag kreeg de Drymer de kans zich te bewijzen in het echte werk: de sneeuwduin!

Ik verkeerde vanochtend nog even in de veronderstelling dat ik over mooie schoongewaaide wegen mijn werk kon bereiken, want er was tenslotte sprake van stuifsneeuw, en dat stuift wel weg zou je denken, maar ik was nog maar in de schuur of er ontstond een vaag vermoeden dat de tocht wel eens een wat bar karakter zou kunnen krijgen. Want in de schuur lag nogal wat sneeuw opgehoopt, wat op zich gek is voor een afgesloten gebouw. Echter de sneeuw had van de kleinste kieren gebruik gemaakt om te ontsnappen aan de gure wind en zich lekker warm in mijn schuur te nestelen.  Naast de Drymer.

Rekening houdend met zeer extreme gevoelstemperaturen had ik over mijn poolkledij nog maar een volledig winddichte laag aangetrokken in de vorm van zo'n vermaledijd regenpak. Want ik weet niet hoe dat logaritmisch zit, maar -3 graden celcius keer een windkracht van 28 km per uur, waar ik dan weer met 25 km per uur tegen in ga: dat zou je zo maar 's een afgevroren been kunnen kosten.

Eenmaal onderweg bleek hoe ik het bij het juiste eind had gehad met mijn kledingkeuze. Het enige wat er nog aan ontbrak was een sneeuwbril. Maar het gevaar van een bevroren oogbol nam ik dan maar voor lief. Iets wat bevriest ontdooit ook wel weer keer neem ik aan. En door een oog dicht te houden, kon ik de schade met 50% beperken. Als ik dan maar niet de rest van mijn leven verder moest met een bevroren knipoog, want dat gaat natuurlijk klappen opleveren.

Goed, het onderwerp moet hier eigenlijk de Drymer zijn. niet de berijder. Of in ieder geval is het welbevinden van de berijder alleen van belang voor zover de fiets daar een rol in speelt. Met het welbevinden zat het wel goed. Vooral toen de Drymer door de eerste onverwachts opdoemende sneeuwduin ploegde. We waren er doorheen voor ik het wist. Dat ontlokte me even een triomfantelijke lach: LOL (Laughing Out Loud) heet dat tegenwoordig.

De tocht ging verder lekker. En lekker verder. Je zag aan de verbuiksmeter dat de elektromotor wat harder moest werken deze keer. Op het fietspad langs de autoweg leek het, in het licht van de stapvoets rijdende auto's, alsof we over een snel voortvliedend wolkendek van stuifsneeuw reden. De sensatie die dat gaf moet wel het tegenovergestelde zijn geweest van die van de automobilisten die waarschijnlijk tandenknarsend en met het zweet op de rug hun auto op de weg probeerden te houden. Ook op de N46 in de verte reed het verkeer niet veel harder dan mijn 25 km per uur. Genieten dus!

In de bochten deed ik wel even rustig aan. Ook een Drymer kan zich niet aan de natuurkundige wetten onttrekken, zoals daar is de middelpuntvliedende kracht. In de wat dikkere lagen sneeuw had de Drymer licht de neiging tot slippen. Zolang de wielen rechtuit gaan is de fiets zo stabiel als ik weet niet wat. En de wielen willen vooral rechtuit. Alleen als de dikkere laag sneeuw wat langer aan houdt wordt het sturen wat lastiger. Helemaal als je op de rijbaan van auto's gaat rijden, waar het autospoor niet gelijk is aan dat wat een Drymer aan sporen nodig heeft. Voor het eerst dat ik een aantal slippers maakte. Nu was het wel handig dat ik stiekem ook gas kon geven. Daardoor kon ik rechtop gaan zitten, mijn voeten op de grond zetten en de fiets weer recht trekken. Het moet er voor de fietsers op het fietspad die ik aan het omzeilen was, wel spectaculair uit hebben gezien, zo van links naar rechts heen en weer slippend tussen de auto's. Maar omvallen? Nee dus!

Sneeuwduinen? Checked!